Kan jij elke ervaring van ons menszijn toestaan?

Kan je ten volste beleven hoe het is om gebroken te zijn, je verscheurt te voelen en toch aan de dag te beginnen? Hoe voelt het om je te schamen voor je gedrag en dat tegen niemand te durven zeggen?  Sta je jezelf toe om lief te hebben met het risico voor de zoveelste keer in de steek gelaten te worden? Hoe is het om je overdag tot op het bot vermoeid te voelen en in de avond toch te kunnen dansen tot de zon opkomt? Hoe is het om het allemaal niet te weten en toch je eigen koers te varen? Hoe is het om alles te verliezen en te voelen dat er voor je gezorgd wordt? Om een arm om je heen te voelen als de tranen niet meer stoppen of juist dan helemaal alleen te zijn?

En mag ik je zo zien? Als mens?

We houden allemaal delen van onszelf achter en vinden het lastig om die in contact te brengen. Ik herken het aan mezelf en ik zie het om me heen. Als we ons slecht voelen trekken we ons terug. Niemand mag ons dan zo zien.  

De eerste stap hierin is eerlijkheid en authenticiteit.
Wat wijs je af in jezelf? Wat vind je dat je aan jezelf zou moeten veranderen? Wat mag niemand van je zien? Kun je herkennen dat die delen ook in jou zijn?

Stel dat je leven hier op aarde op een gegeven moment voorbij is en je komt eindelijk aan bij God en deze vraagt je: “Vertel me eens hoe was het op aarde, hoe was het bijvoorbeeld om jaloers te zijn? Hoe voelde het om lief te hebben en hoe was het om haat te ervaren? Hoe was het om je boosheid te gebruiken om onrecht recht te zetten? Hoe was het om onterecht boos te zijn? Hoe vond je het om je hart te volgen en anderen daarmee pijn te doen? Hoe voelde het om het niet te weten?”
En dat je dan moet antwoorden…”Oh, ik dacht dat ik niet boos mocht zijn en dat jaloers zijn verkeerd was, dus ik heb het heel diep weg gestopt. Ik heb nooit mijn hart gevolgd omdat ik anderen niet wilde kwetsen. En ik kon niet echt liefhebben omdat ik bang was om deze liefde weer kwijt te raken”

God zal een diepe zucht slaken en zeggen: “Goed lieverd, dat geeft niet, ik leg het je gewoon nog een keer uit: Jij bent puur bewustzijn net als ik, je bent eigenlijk een stukje God, alles wat je ervaart, dat bén jij niet. Jij bent degene die de ervaring heeft. Op aarde kan je alles ervaren, hoe is het om boos te zijn, maar ook hoe het is als iemand boos is op jou; hoe het is om tússen 2 mensen te staan die boos op elkaar zijn. Zo leer je boosheid van alle kanten kennen, zo leer je jezelf en alle anderen om je heen dieper te begrijpen. Zo kan je leren hoe je iemand, die boos op je is, kan liefhebben omdat je jezelf erin herkent. En deze manier van liefhebben zal het geloof in de boosheid doen smelten, enkel en alleen omdat je het herkent als jezelf.”

Kijk, ooit hebben we bedacht dat dít goed is en dát fout.
Het is fout om te stelen… Maar is dat altijd waar? Als eten stelen de enige manier voor je is om in leven te blijven, is het dan nog fout?
Aan het concept van “goed” en “fout” hebben we een strafsysteem gekoppeld. Als we iets “fout” doen worden bestraft. We schamen ons en/of voelen ons schuldig.
We willen dat, waar we ons voor schamen of schuldig over voelen, zo ver mogelijk weg stoppen. Maar wat als je erkent dat je jaloezie kan voelen naar anderen of heftige woede als iemand je voorliegt. Je met je ziel onder je arm loopt en je dus ‘s avonds volvreet of eindeloos achter een scherm blijft zitten….

Onthoud dan wat God zegt: “Jij bent bewustzijn, elke ervaring komt en gaat, jij bent die gevoelens niet. Laat ze door je heen bewegen. En wees nieuwsgierig wat je allemaal kan ervaren als mens, deel het met elkaar, onderzoek het met elkaar. Vertel me hoe het is om mens te zijn.”

In onze ervaring van menszijn kunnen we elkaar erkennen, ontvangen en liefhebben.
Ik heb je lief, mag ik je zien als mens?